Hormonale aandoeningen

Hormoonstelsel eigenschappen

Reguleert stofwisselingsprocessen op langere termijn en over lange afstand.

Geeft hormonen af uit endocriene cellen of weefsels

Hormonen zijn chemische stoffen

Hormonen veranderen de stofwisseling van vele cellen

Hormonen werken op doelcellen

Hypofyse

Voorkwab of adenohypofyse

Thyroxine stimulatie hormoon TSH

Adenocorticotroop hormoon ACTH

Luteiniserend hormoon LH

Folikel stimulerend hormoon FSH

Prolactine

Groeihormoon

Melanocyt stimulerend hormoon MSH

Achterkwab of neurohypofyse

Antidiuretisch hormoon ADH

Oxytocinen

Hypofysaire dwerggroei bij kinderen

Tekort aan groeihormoon

Genetisch (Laron syndroom)

genetische aandoening

Tekort aan groeihormoon GH

GH stimuleert afgifte insulin like growth factor 1 (IGF-1)

IGF-1 is verantwoordelijk voor lengtegroei

Craniofaryngioom (tumoren van de hypofyse)

Diagnose vanaf 5 jaar - groeihormoon bepaling in het bloed en röntgen.

Behandeling: tekort aan hormonen aanvullen

Aandoeningen van de schilklier

Hypothyroide
Verlaagde werking

Oorzaken

Auto-immuun aandoening (primair)

Tekort aan TSH (hypofyse - secundair)

Tekort aan jodium in voedsel

Geneesmiddelen, overbehandeling van een te actieve schildklier, tumoren en beschadiging van schildklierweefsel.

Symptomen

Extreme vermoeidheid

Psychische klachten

Gewichtstoename

Koude handen en voeten

Onregelmatige menstruatie

Spieratrofie

Haaruitval

Hyperthyroide
verhoogde werking

Myxoedeem is ernstige vorm

Vrouwen

Hypotensie en bradycardie (lage hartslag)

Psychische klachten

Lage lichaamstemperatuur

Ademhalingssnelheid ernstig vertraagd

Verminderde zuurstoftoevoer

Gewichtstoenamen

Oedeemvorming

Hoge moraliteit

thyreotoxicose

Symptomen/gevolgen

Toename in stofwissleing

Nervositeit

Rusteloosheid

Warmte intolerantie

Overmatig zweten

Vermoeidheid

Gewichtsafnamen

Spierhypertrofie

Struma (vergrote schildklier)

Tachcardie

Hartfalen

Behandeling

Type aandoening

Substitutietherapie met T4 blokkers

Radioactief jodium

Operatief

Ziekte van Graves

Auto-immuunziekte

Vrouwen

Na 20e levensjaar

Gaat meestal samen met diabetes mellitus type 1

Meestal uitpuilende ogen (exophtalmus)

Weinig tot flink vergrote schildklier (struma)

Schildklierhormoon

Schildklierhormoon si een hormoon dat in het lichaam processen aanstuurt die te maken hebben met het verkrijgen van energie (bijvoorbeeld bij sporten of stress). Doordat er nu teveel van dit hormoon wordt aangemaakt, waardoor een zogenaamde hyperthyreoidie ontstaat, heeft de patient onder andere het gevoel gejaagd te zijn, veel te zweten, en hartkloppingen te hebben. Een ander verschijnsel is zwelling van de schildklier (struma)

Bijnieren

Anatomie

Liggen boven op beide nieren

Omringd door een vezelig kapsel

Bestaat uit twee delen

Bijnierschors (buitenste laag)

Gele kleur: opslag vetten

Steroide hormonen = corticosteroiden

Bijniermerg (binnenste laag)

Adrenaline en noradrenaline

Bijnierschors

maakt steroidhormonen (corticosteroiden)

Glucocorticoiden

Cortisol, cortisonen, cortocosteronen

Afgifte wordt gereguleerd door ACTH

Verhoogd synthesesnelheid van glucose

Bevordert de vorming van glycogeen in de lever

Bevordert vetafbraak en afbraak van vetzuren

glucose sparend effect

Anti-inflammatoire werking (ontstekingsremmers)

Mineralocorticoiden

Adosteron

Stimuleert de terugresorptie van natriumionen uit urine, speeksel, transpiratievocht en spijsverteringssappen

Bevordert de opname van zouten, door de gevoeligheid van zoutreceptoren op de tong te verhogen.

Bevordert de afgifte van kaliumionen via de nieren

Verhoogt de bloeddruk

Androgenen (geslachtshormonen)

Bijniermerg

Produceert 2 samenhangende hormonen

Adrenaline

Noradrenaline

Innervatie door autonoom zenuwstelsel

Snellere en krachtigere hartslag, breken glycogeen en glucose af

Breken vetten af

Receptoren: hartspierweefsel, skeletspierweefsel, lever en vetweefsel.

Insuline

Hormoon

Bevordert de opname van glucose in het organisme

Geproduceerd door betacellen van Langerhans

Homeostase

Verhoogde bloedglucosewaarden

Opname door GLUT4 transporter

Bloedglucosewaarden

Glykemie
normale glucose huishouding

Glucose nuchter bloed: 4-6 mmol/ml

Glucose in urine negatief

Hyperglykemie
diabetes mellitus

Glucose nuchter bloed hoger dan 6 mmol/ml

Glucose is aantoonbaar in urine

Hypoglykemie

Te lage glucosewaarden in bloed

Glucose nuchter lager dan 4 mmol/ml

Diabetes Mellitus I

Absoluut insuline gebrek (geen functionerende betacellen)

Jonge patienten zonder overgewicht

Acute complicaties van diabetes (keto-acidose)

Erfelijke aanleg

Auto-immuun aandoening

Immuunsysteem valt lichaamseigen betacellen aan

Vernietigt betacellen

Plotseling tekort aan insuline

Acute aandoening

Polyurie (plassen), polydipsie (dorst), polyfagie (honger) en gewichtsverlies

Keto-acidose - verzuring van het organisme door vetafbraak en eiwitafbraak

Door tekort aan glucose in de cellen en weefsels worden vetten verbrand en vervolgens eiwitten

Verbranding van vetten en eiwitten - afvalproduct ketonen

Ketonen verzuren het organisme

Acidose is verzuring

Keta-acidose = verzuring van het organisme door verbranding van vetten en eiwiten

Zuurtegraad in het organisme daalt - coma diabeticum

Celstofwisseling

Afbraakactiviteiten
(katabolisme)

Cellen breken eerst koolhydraten af

Cellen breken daarna vetten af

Cellen houden aminozuren

40% van energie wordt gevormd als ATP

60% van energie wordt afgegeven als warmte

Verschijnselen

Hypoglykemie

Duizeligheid

Verwardheid

Slechte concentratie

Slaperigheid

Transpireren

Vallen

Tachycardie (verhoogde hartslag)

Tremoren

Coma en overlijden

Hyperglykemie

Wazig zien

Gewichtsverlies

Dorst

Overmatig plassen

Uitdroging

Infecties

Cognitieve veranderingen

Vallen

Coma diabetes

Bradycardie (verlaagde hartslag)

Hartstilstand

Endocriene klieren

Hypothalamus

Hypofyse

Produceert voorhormonen

Voorhormonen zorgen ervoor dat andere endociene organen hormonen afgeven.

Thyroid
(schildklier)

Thymus

Bijnieren

Pancreas

Veranderingen hormonaal evenwicht

Overproductie

soms aanvulling mogelijk (insuline)

Onderproductie

Toediening remmende stof

Verwijderen hormoon producerend weefsel

Schildklier

Schildklierfollikels en schildklierhormonen

Follikels bevatten colloide stoffen waarin schildklierhormoon in opgelost is.

Productie vereist voldoende jodium

Bestaat uit twee vormen: thyroxine (T4) en tri-joodthyronine (T3)

Versnelt de stofwisseling en warmteproductie

Nodig voor normale ontwikkeling bij kinderen

Bijschildklieren

4 klieren in het dorsale oppervlak van de schildklier

Chief cells produceren parathyroidaal hormoon PTH

lage concentratie Ca2+ (calcium) in het bloed stimuleert afgifte PTH

PTH

doel om concentratie Ca2+ ionen in het bloed te reguleren

Versnelt afbraak van bot

Bevordert opnamen van calciumionen uit voedsel

Vermindert afgifte calciumionen via urine

hypoparathyreoidie

Tekort aan PTH is tekort aan calcium in bloed

Hypocalciemie

Overprikkeling van spieren (handen, voeten en keel)

Tetanie (spierkrampen) van de spieren (tekort aan calcium)

Acute vorm: toedienen van calcium, magnesium en vit.D

Vitamine D stimuleert opnamen van calcium in het lichaam via darmkanaal (voeding)

Subtopic

Hyperparathyreoidie

Verhoogde afgifte PTH

Verhoogde afbraak van botweefsel

Hypercalciemie

Vrouwen boven de 50

Osteoporose

Pancreas

De endocriene cellen zijn georganiseerd in de eilandjes van Langerhans.

De cellen daarvan geven insuline en glucagon af.

Insuline
(geproduceerd door betacellen)

Verlaagt de bloedsuikerspiegel

Vergroot opname, opslag en gebruik van glucose door doelcellen.

Doelcellen: lever, spier- en vetcellen

Glucagon
(geproduceerd door alfacellen)

Verhoogt bloedsuikerspiegel

Vergroot afbraak van glycogeen en vorming van glucose

Doelcellen: levercellen

Exocriene cellen geven een enzymrijke verteringsvloeistof af.

Glucagon

Hormoon

Endocriene pancreas

Bevordert afgifte glucose in bloed

Geproduceerd door alfacellen van Langerhans

Glucosehuishouding

Wordt afgegeven bij verlaagde bloedglucosewaarden

Glycogeen wordt afgebroken tot glucose en glucose wordt afgegeven in het bloed

Diabetes

Aandoening waarbij glucose huishouding verstoord is - hyperglykemie treedt op.

Gevolg van complexe interacties tussen erfelijke factoren, omgevingsfactoren en leefstijl

Meerder typen diabetes

Algemeen kenmerk: te hoge bloedglucosewaarden

Diabetes mellitus II

Relatief insuline gebrek

(oudere) patienten met overgewicht

Verminderde respons op insuline of insuline resistentie

Resistentie

Insuline afhankelijke weefsels zijn niet meer in staat om insuline te koppelen aan glucose transport GLUT4

Bijv: spierweefsel neemt bloedglucose op via insuline receptoren - insuline receptoren binden insuline om glucose transport te activeren - bij insuline resistentie reageren insuline receptoren niet met insuline waardoor geen glucose transport plaatsvindt - geen transport van bloedglucose naar de spieren.

invloed van hormonen

Resistine is een hormoon in vetweefsel

Verlaagd de gevoeligheid van insuline voor glucose

Weefsels die glucose opnemen via insuline en een verlaagde gevoeligheid hebben voor insuline nemen weinig tot geen bloedglucose op

Verhoogde bloed glucosewaarden en glucose tekort in de cellen, weefsels en organen

Hyperglykemie

Lange termijn gevolgen

Angiopathie

Beschadiging van vaatwanden

Arteriosclerose

Verminderde doorbloeding van weefsels

Minder zuurstof in weefsels

Weefselschade

Weefselversterf of necrose

Neuropathie

Beschadiging van zenuwen

Tijdelijke en blijvende schade

Gevoelloosheid

Geen wondherkenning

Diabetesvoet - weefselversterf of necrose