Categorieën: Alle

door Alex Visser 6 jaren geleden

1151

Cardiovasculair systeem

Cardiovasculair systeem

Cardiovasculair systeem

Veneuze afvoer

Leverpoortader (vena porta hepatica
Vertakt in levercapillairen

vv. hepatica mondt uit de vena cava inferior

Bloed verzamelt zich in de vv hepatica (leveraders)

Voert bloed uit spijsverteringsstelsel naar lever af voor zuivering en opslag van opgenomen voedingsstoffen
Voert bloed af uit grootste gedeelte van lichaam onder het middenrif
Voert bloed af uit hoofd, hals, schouders, armen en borst

Bloedvaten grote bloedsomloop

Aortadescendens
Voedt lagere lichaamsdelen
Aortaboog
Voedt schouders, hals en hoofd
Aorta ascendens
Voedt de kransslagader van het hart
Vanuit linker ventrikel zuurstofrijk bloed naar het stijgende gedeelte van aorta

Bloedvaten kleine bloedsomloop

Longvenen (links en rechts)
Naar het linker atrium
Longarterien (links en rechts)
Grote longslagader
Van rechter ventrikel naar longen

Bloedvaten

Venen
Factoren die de terugkeer van het veneuze bloed bevorderen

Respiratoire pomp trekt bloed de borstkas in.

Samendrukken van de venen door samentrekken spieren

Kleppen in de venen

Ontvangen bloed uit capillairen en voeren dit terug naar het hart.
Capillairen (haarvaten)
Microscopische bloedvaten waar uitwisseling tussen cellen en bloed plaatsvindt
Arterien
Vervoeren bloed uit het hart naar de haarvaten

Myocardiaal infarct

Bloeddrukdaling en bradycardie
Samentrekken van compartimenten is gestoord
Geleidingsstoornissen Fibrilleren van het hart - onregelmatige hartslag
Gerefereerde pijn - Linkerarm, uitstralend naar de hals
Myocard sterft af
zuurstoftekort van het myocard
Coronaire bloedvoorziening (kransslagaders)
Bloedvoorziening naar hart is verstoord

Hartminuutvolume en slagvolume

Hartminuutvolume (cardiale output)
Hartminuutvolume = slagvolume x hartfrequentie
Bloedstroom door perifere weefsels
Hoeveelheid bloed die door linker ventrikel per minuut wordt gestuwd
Hoeveelheid bloed gestuwd door 1 ventrikel (linker ventrikel) tijdens 1 hartslag = slagvolume

Coronaire circulatie

dmv. kransslagaders - coronaire arterien wordt het hart van zuurstofrijk bloed voorzien.
Voert zuurstofrijk bloed naar spierweefsel van het hart.

Pericardiale holte

Parietaal pericard
Bekleedt de percardiale zak die het hart omgeeft
Visceraal pericard
Bekleedt het oppervlak van het hart
Omgeeft het hart

Bloedtoevoer naar hals en hersenen

aa. carotis interna
voeren bloed naar voorste gedeelte hersenen
aa. vertebralis
voeren bloed naar achterste gedeelte hersenen
A. carotis externa
Bloedtoevoer naar keelholte, slokdarm, strottenhoofd en aangezicht
Hartslag voelbaar in hals
A. carotis interna
Via schedel naar hersenen en ogen

Druk in de grote bloedsomloop

Bloeddruk
Polsdruk is verschil tussen de systolische en diastolische druk

Hoe verder van het hart hoe lager de polsdruk

Daalt tijden ventriculaire rustfase = diastolische druk
Stijgt tijden ventriculaire samentrekking = systolische druk
Veneuze druk
Lage druk die de veneuze stroom terug naar hart stuwt.
Capillaire druk
Bloeddruk (arteriele druk)
Sterker dan de perifere weerstand om de bloedstroom naar organen te handhaven

Hartslag

Electrocardiogram (ECG)
Drie onderdelen

T-golf

Repolarisatie of relaxatie van de ventrikels

QRS-complex

Depolarisatie of samentrekken van ventrikels

P-golf

Depolarisatie of samentrekken van atria

Registratie van elektrische activiteit van het hart
Geleidingssysteem
Contractie atria is voltooid en contractie ventrikels begint
Impuls wordt via purinjecellen geleid naar myocardium van ventrikels
Elektrisch impuls verspreid via bundel van Hiss naar purinjecellen.
Start contractie van de atria
Prikkel wordt over oppervlakte van hart naar AV-knoop geleid
Activatie SA-Knoop
Pacemakercellen
In AV-knoop wordt hartfrequentie overgenomen en stelt in op 40-60 hartslagen p/m
In SA-knoop start hartfrequentie en stelt in op 60-80 hartslagen p/m
SA en AV knoop zijn elektrisch verbonden
AV-knoop

Genereren 40-60 hartslagen per minuut

Ventrale bodem van rechter atrium

SA-knoop

Genereren 60-80 hartslagen per minuut

Dorsale wand van het rechteratrium

in de sino-artriale knoop (SA-knoop) en in de atrioventriculaire knoop (AV-knoop)
twee soorten hartcellen
Contractiele cellen (samentrekken)

Leveren de pompwerking

Cellen van geleidingssysteem

Pacemaker cellen

Genereren en geleiden de actiepotentiaal of elektrische impulsen

Hart

Belangrijk
Het linkerventrikel wordt zwaarder belast en is veel groter dan het rechterventrikel. Maar per hartslag pompen de beide kamers evenveel bloed weg. AV-kleppen verhinderen dat bloed terugstroomt naar de atria. Halvemaanvormige kleppen voorkomen dat bloed vanuit aorta en de a. pulmonalis terug stroomt naar ventrikels.
AV-kleppen
Pulmonale kleppen en aortakleppen

Verhinderen dat bloed terug stroomt naar de ventrikels

Zorgen dat bloed in 1 richting stroomt
Bevinden zich tussen de atria en ventrikels
Linker atrium en ventrikel
Bloed stroomt van linkerventrikel naar aorta Start grote bloedsomloop = zuurstofrijk

Aorta bevat aortakleppen (halfmaanvormig)

Zuurstofrijk bloed stroomt naar linker ventrikel

voorkomt terugslag van bloed

Linker atrioventriculaire klep (valvula bicuspidalis. twee slippen = mitraal klep

Zit een klep tussen

Zuurstofrijk bloed vanuit de longen naar linker atrium via pulmonale venen
Rechter atrium en ventrikel
Bloed in rechterventrikel stroomt naar de longen (zuurstofarm)

Longslagader vertakken in de longen tot kleinere bloedvaten en haarvaten (capillairen

Vanuit de truncus naar de longslagader

Bevat pulmonaliskleppen (vookomt dat bloed terug stroomt)

Bloed stroomt in de tuncus pulmonale

Bloed vanuit rechteratrium naar rechterventrikel

Bloed kan niet terugstromen

Drie slippen = rechter atrioventriculaire klep Rechter AV-klep = valvula tricuspidalis

Brede openingen

Rechter atrium ontvangt bloed van het lichaam (zuurstofarm)

Vena cava inferior

Vervoert zuurstofarm bloed uit rest van het lichaam naar het hart

Vena cava superior

Vervoert zuurstofarm bloed uit bovenlichaam naar hart

Hartwand
Endocardium

Gaat over in endotheel

Binnenbekleding van stuwende compartimenten

Myocardium

Dikke spierlaag

Middelste laag

Epicardium (visceraal pericardium)

Sereus membraan

Buitenste laag

4 stuwende compartimenten
Linker ventrikel

Stuwt bloed naar orgaanstelsel

Rechter ventrikel (Kamer)

Stuwt bloed naar de longen

Linker atrium

Ontvangt bloed uit de longen

Rechter atrium (boezem)

Ontvangt bloed van het lichaam (zuurstofarm)

Twee bloedsomlopen

Grote bloedsomloop Naar en vanuit de rest van het lichaam
Kleine bloedsomloop Naar en van de longen