brainstorm muvo 2

Mer som dette

Bruh

Ved Grego Elodia

Louis xiv

Ved Chauni Lemmens

EA

Ved RJ M

Snoep

Ved Van Swalm Van Swalm

MEDIA

WOORD

DANS

MUZIEK

BEELD

DRAMA

Sjakie en de chocoladefabriek

gouden ticket

COMOSITIE aan ordenen, met pastelkrijt rond ontwerp affiche

ROL aan présence, met tekst, rond scène navertellen alsof je er zelf bij was

uitvindingen

KRACHT aan spierspanning, met improvisatie, rond experimenten met nieuwe snoep

KLANK aan samenklank, met buizen, rond een experiment

decor

aan WAARNEMING, met klankspel, rond scène uit het boek

VORM aan silhouet, met stift, rond een nieuwe hoed voor Willy Wonka

karakters

RELATIE aan inspelen op elkaar, met dominospel, rond personages uit de film

TIJD aan tempo, met dansstijlen, rond de hoed van Willy Wonka

RUIMTE aan mise en scène, met werken met teksten, rond een scène

ROL aan rolvastheid, met improvisatie, rond een rondleiding in de fabriek

ROL aan transformatie, met attributen uit verkleedkoffer, rond nog meer kinderen op bezoek in de fabriek (eigenschappen)

ROL aan inleving, met dramaspel, rond absurde scènes (vb. de machine ontploft)

KLANK aan melodie met ontwerpen rond namen (wonka, oempa, Sjakie, ...)

machines

KRACHT aan energie, met improvisatie, rond dansende lekstokkenmachine

RUIMTE aan werken in de ruimte met assemblage, rond een machine van afvalmaterialen

LIJNEN aan lijnsoorten, met houtskool, rond machines ontwerpen

DANS aan richting, met dansverhaal, rond de chocolademachine

fabriek

RUIMTE aan ruimtesuggestie, met dramaspel, rond plaatsen in de fabriek (chocoladefontein, lift,...)

RUIMTE aan werken in de ruimte, met karton, rond ontwerp van een fabriek

kostuums

eenheid van een groep (oempa loempia)

DANS aan synchroon bewegen, met bewegingsreeks, rond dans oempa loempa's

RUIMTE aan ruimtelagen, met danspartituur, rond dans oempa loempa's

TIJD aan metrum, met alledaagse voorwerpen rond mars voor de oempa loempa's

VORM aan patronen, met stempels, rond oempa loempa's

fantasie

aan WOORDBEELD, met taalspel (woordspin), schrijven in de vorm van snoepje, goud, hoed, ...

aan TAALVERSCHUIVING, met nonsenstaal, rond snoep, personage, chocolade,...

MUZIKALITEIT aan klankbeweging, met poëzie schrijven, rond thema of personage uit boek

snoep

KADER aan standpunt (perspectieven), met fotografie, rond reclamefolders

KLEUR aan sfeer, met collage, rond reclamefolder snoep

VORMEN aan contouren, met tekenen met potlood, rond hoorverhaal tekenen

RUIMTE aan grootte en vorm, met dansexpressie, rond dansende snoepjes

KLEUR aan verzadiging, met schilderen, rond experimenten met snoep

KLEUR aan tonen en tinten, met schilderen, rond snoepjesverpakkingen

humor

SCENEVERLOOP aan generositeit, met improvisatie, rond wat als? (nieuwe scènes vanuit bestaande)

onbestaande landen